Ondanks zijn schijnbare eenvoud bestaat een fietsframe uit verschillende elementen, die er elk toe bijdragen dat de fiets intact blijft en beide wielen in de juiste positie blijven, zodat ze niet gaan wiebelen of uitvallen. De fietsuitval is een van die onderdelen. Wat is het en wat doet het?
Het woord “uitvaller” is een nogal ongebruikelijk woord, onbekend bij veel renners. Het blijkt dat dit de naam is van de “lugs” voor de wielen, die ze stevig op hun plaats houden, zodat ze niet wiebelen. Over wat een fietsuitval is gesproken, het is een soort vorkpunt – het is een zogenaamde hangende beugel, dankzij welke je het wiel kunt verwijderen zonder de ketting los te maken.
Soorten dropouts
- Horizontale uitvallen. Bedoeld voor de achterwielen. Door de extra lengte kan het achterwiel worden verwisseld en kan elke manipulatie met de ketting worden uitgevoerd zonder de ketting te verwijderen. Frame met horizontale uitvaleinden is kenmerkend voor single splits of modellen met een planetaire naaf. Zij zetten het wiel vast, zelfs wanneer een licht aandraaien van de moer of de excentriek het wiel tegenhoudt.
- Verticaal. Komt vaker voor bij fietsen met meerdere versnellingen. In tegenstelling tot de horizontale types kan met deze bindingen de kettingspanning niet worden ingesteld. Een speciale spanner is hiervoor verantwoordelijk.
Een andere mogelijkheid zijn afneembare houders die aan de uiteinden van het frame worden vastgeschroefd. Ze zijn gemaakt van een lichte legering die niet erg sterk is, maar tegelijkertijd gemakkelijk te vervangen.
Standaard uitvaleinden
Deze waarde beïnvloedt de positie van de wielen en hun rijgedrag. Met name een korte as zal niet in een goede bevestiging passen en het aandraaien zal niet strak genoeg zijn. Hetzelfde geldt als de as langer is dan de aanbevolen ruimte tussen de frame-einden, in welk geval het wiel zal wiebelen tijdens het rijden.
Normen:
- 11 cm – voor modellen met één versnelling;
- 11,4cm – voor fietsen met 3-4 versnellingen;
- 12 cm voor modellen met vaste snelheid;
- 12,6 cm en 13,0 cm voor racefietsen;
- 135cm uitvaleinden voor MTB en sommige racefietsen;
- 15,0 cm voor extreme fietsen.
De afstand tussen de uitvaleinden wordt direct aan de binnenkant en aan de onderkant gemeten. De meting wordt alleen horizontaal verricht, aangezien alle bovengenoemde afstanden overeenkomen met de spelingen tussen de borgmoeren, die overeenkomstig de veiligheidseisen zo strak mogelijk op de bevestigingen moeten aansluiten. Doet u dat niet, dan ontstaat overrekking, wat een negatief effect heeft op het fietsframe en de integriteit ervan.
Standaard afstanden voor voorvorken zijn:
- 9x100mm – de meeste fietsmodellen;
- 15x110mm – voor cross country met qr klem;
- 20x110mm – voor extreme modellen.
De meting gebeurt op dezelfde manier: de uitvaleinden en borgmoeren moeten goed passen.
Gashendel versterkingen
Dit zijn speciale onderdelen voor fietsen met extra vermogen (zoals motorfietsen of elektrische fietsen). Conventionele uitvalbeugels zijn uitsluitend ontworpen voor de wielsnelheid, d.w.z. de standaardbelasting. Naarmate de belasting toeneemt, begint de buitenband te knikken, waardoor een spleet ontstaat die het wiel doet draaien en het koppel ongelijk verdeelt.
Om maximale veiligheid te garanderen en het fietsframe te beschermen, worden speciale fietsverstevigingen aangebracht. Ze voorkomen dat het wiel doordraait in de fietsvork, waardoor de vork breekt en het wiel eruit valt. Ze helpen niet alleen de integriteit van het fietsframe en de elektronica te behouden, maar ook te voorkomen dat de fietser omvalt. Bij de keuze van de fietsversterkingen moet rekening worden gehouden met de aandrijvings- en naafmodellen.
Sommige fietsers proberen de uitvaleinden nog iets breder te maken. Het is geen goed idee om dit zelf te doen, want het vereist enige ervaring en oefening. Maar er is een optie (zij het een beetje een huisindustrie):
- Koop een 10mm pin bij een bouwmaterialenwinkel. Als de originele as dunner is, moet u een tapeind en 4 moeren met een kleinere diameter kopen.
- Plaats het tapeind op de plaats van de huls en klem voorzichtig een paar millimeter meer af dan de oorspronkelijke maat.
- Laat los en controleer het resultaat.
- Volgende stap: + een paar millimeter meer naar het vorige resultaat. En zo verder tot het doel is bereikt.
Controleer aan het eind of de ophangbeugels evenwijdig zijn met het kozijnvlak en of de“haan” waterpas staat en iets doorbuigt (dit kan met dezelfde tapeinden en moeren).
Conclusie
Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat de uitvaleinden belangrijke onderdelen van een fietsframe zijn, die de integriteit van de structuur van het fietsframe handhaven. Als u regelmatig en dynamisch rijdt, is het belangrijk van tijd tot tijd aandacht te besteden aan de bevestigingen.